Begin 1964 ondergaat 2A de invloed van enkele hervormingen in het Belgische leger. De tankbataljons, die tot nu toe, bestonden uit een staf met verwijderde eskadrons, worden verenigd in één bataljon. Om plaats te maken voor de eskadrons van het 6de LANSIERS, (6L) moet 2A verhuizen binnen het garnizoen. Vanuit het kwartier PEPINSTER op de WELLERSBERG, neemt het, in januari 1964, zijn intrek in het kwartier BRICART op de HEIDENBERG, aan de westzijde van de stad SIEGEN.

Deze toestand zal slechts enkele jaren duren: als in 1969 het 6L ontbonden wordt, neemt het bataljon, wat graag, terug zijn intrek in het kwartier PEPINSTER. Overigens is deze verhuis niet de beste keuze geweest. Er is geen rechtstreekse toegangsweg naar het oefenplein van TRUPBACH en de verplaatsing met de rupsvoertuigen zorgt voor talrijke verkeersproblemen in de stad. Dit werd nog erger als vanaf 1965 de meer dan 3 meter brede SP M108 in gebruik wordt genomen. De normale toegangsweg naar het oefenplein blijkt veel te smal en voortaan moeten de colonnes van 2A een lange omweg rijden over ACHENBACH en SEELBACH.
In maart 1964 begint de reconversie op de 105mm SP M108 , een volledig gepantsterd artilleriestuk, met gesloten koepel . Deze zelfrijdende houwitser zal vanaf einde 1964 de oude M7 PRIEST vervangen.
Van 3 tot 5 april 1964 neemt 2A deel aan de FTX “RED SHIMMY” van de 1ste INFANTERIEBRIGADE in het kamp van BERGEN (WD).
Tijdens de regimentsfeesten op 15 juli 1964 overhandigt de heer BREUGELMANS, burgemeester van LIER, een jonge, spierwitte geitenbok aan 2A. Hiermede haalt het bataljon terug een mascotte in huis, nadat het enkele jaren zonder heeft moeten doen. Naar de naam van zijn voorgangers, wordt het beestje “MODEST IV” gedoopt.
Op het einde van de parade wordt aan de bezoekers een nagelnieuwe SP M108 voorgesteld.
