De verhuis naar België
Op 18 augustus 1985 heeft de eerste van een lange reeks vergaderingen plaats om de verhuis voor te bereiden. Er wordt een “ VERHUISSTAF” opgericht. Cdt (later: Maj) Robert VERDONCK wordt er de algemene coördinator van. Hij zal de talrijke besprekingen bijwonen die zowel bij GS in EVERE als op de Territoriale Staf BSD in WEIDEN plaats hebben. Daarenboven zijn er nog gesprekken nodig met het commando van de 1ste en 4de PANTSERINFANTERIEBRIGADES in resp. LEOPOLDSBURG en SOEST. En tenslotte moet ook het Plaatscommando in LÜDENSCHEID in de coördinatie betrokken worden.
Om de veertien dagen komt deze “ VERHUISSTAF” samen om de ondernomen stappen en de bereikte resultaten te toetsen en te bespreken; daarbij worden ook bepaalde voorstellen geformuleerd en wordt er een algemene verhuisplanning opgesteld. Daarbij wordt een correcte voorlichting van het personeel niet uit het oog verloren.
Van begin af aan is het duidelijk dat GS niet meer de fouten wenst te maken, die bij vorige verhuizen van eenheden tot heel wat ongenoegen bij het betrokken personeel hebben geleid. Zo is er een breed akkoord over de financiële tegemoetkomingen; er is een consensus over de overdrachten van bevoegdheden en men zet het licht op groen voor een ruime permutatiepolitiek. Dit laatste betekent dat een personeelslid, dat niet naar België wenst te verhuizen, dat ook niet hoeft te doen, mits hij een volwaardige permutant heeft. Dat laatste is echter niet altijd zo evident, want niet alle eenheden van de BSD werken spontaan mee. De “Sectie Artillerie” van de SPECIALE STAF BSD zorgt in deze materie voor de noodzakelijke coördinatie en het dient gezegd dat dit werk naar behoren verloopt. Begin 1986 heeft zo ongeveer iedereen zijn plaatsje in deze immense puzzel gevonden.
DERTIG procent van het actief personeel van 2A zal op deze wijze verkiezen om bij de BSD te blijven. Zij worden vervangen door collega’s, die uit een amalgaam van eenheden komen, maar wat graag naar het moederland muteren. Deze operatie leidt weliswaar tot een globale verjonging van de actieve kaders, maar schept ook het probleem van de integratie. Daarbij moeten een aantal geroutineerde kaderleden worden vervangen door nieuwkomers, die, in sommige gevallen, hun voorganger zelfs nooit zullen gezien hebben.

Het is evenwel bijlange niet het enige probleem dat in die maanden voor het ultieme vertrek moet opgelost worden. Zo zijn er nog de ontkoppeling van de kwartierdiensten in het Kwartier IJZER; het overnemen van de territoriale en Plaatslasten in LÜDENSCHEID door de achterblijvende eenheden; het opzeggen van de arbeidscontracten van de echtegenoten van de militairen; de verhuis van een 150 gezinnen naar België, enz…
Ook in HELCHTEREN vlot het niet steeds zoals gewenst. Het 8Li, van bataljon tot compagnie gereduceerd, verlaat maar node zijn mooi kwartier, terwijl men ook in LEOPOLDSBURG met wat tegenzin moet opschuiven om de tankjagers plaats te geven. En dan is er nog de beslissing van GS4: 2A moet bij de verhuis al zijn meubels meenemen, terwijl het meubilair in HELCHTEREN moet ontruimd en herverdeeld worden. Dit leidt tot heel wat misverstanden en ellenlange discussies…

De zwaarste hypotheek op de verhuis is echter het feit dat het bataljon, weliswaar geen grote oefeningen heeft in 1986, maar niettemin operationeel moet blijven. Daarenboven moeten zowel de A- als de B – batterij een kampperiode met test uitvoeren. En ook de betrokken Brigadecommandanten spelen het hard: de ene wil 2A zo lang mogelijk bij zich houden en de andere wenst 2A zo snel mogelijk in België te hebben. Daarom wordt om praktische reden de officiële verhuisdatum en de overgang van Divisie en Brigade vastgelegd op 2 juni 1986.
Rekening houdend met al deze factoren opteert de bataljonsstaf voor een verhuizing per batterij, samengaande met de data van de schietperiodes. Een schootsbatterij die uit LÜDENSCHEID naar ELSENBORN vertrekt, zal niet meer terugkeren naar Duitsland maar doorreizen naar HELCHTEREN. Voor de StD – batterij wordt een verhuis in schijven voorzien, gedeeltelijk vanuit LÜDENSCHEID en voor een ander deel vanuit ELSENBORN. In het kwartier IJZER moet een achterwacht de overgave van de gebouwen uitvoeren. De families zullen gespreid over een langere periode naar België verhuizen.
Uiteindelijk wordt onderstaande timing uitgewerkt voor 1986:
27 januari: | Algemene verkenning van het Kwartier HELCHTEREN en bepalen van de inplanting. |
28 januari: | Begin van de installatiewerken. |
03 maart: | Aankomst van de voorwacht in HELCHTEREN. |
05 maart: | Laden van trein I (9 wagons) met meubels en materieel B – Batterij |
10 maart: | Schietperiode B – Batterij in ELSENBORN. |
Lossen van trein I in LEOPOLDSBURG | |
12 maart: | Verhuis langs de baan van materieel B – Batterij en deel van StD – Batterij |
19 maart: | Aankomst en installatie B – Batterij in HELCHTEREN. |
BijComd : Kapt Paul DIRIX | |
22 maart: | Vertrek laatste elementen 8Li en overname kwartierdiensten door 2A |
07 april: | Laden meubels en materieel StD – Batterij |
14 april: | Verhuis langs de baan van dit materieel. |
Openen van een beperkte bataljonsstaf in HELCHTEREN | |
01 mei: | Laatste “ MARS IN MEI” in LÜDENSCHEID en afscheidsreceptie voor stad en garnizoen. |
06 mei: | Afscheidsplechtigheid van de 4de PsInf Bde in SOEST |
07 mei: | Laden trein II ( 15 wagons) met meubels en materieel A-Batterij en StD – Batterij. |
10 mei: | Schietperiode A – Batterij in ELSENBORN |
Verhuis langs de baan van materieel StD – Batterij | |
14 mei: | Lossen trein II te LEOPOLDSBURG |
17 mei: | Aankomst en installatie A – Batterij in HELCHTEREN |
BijComd: Kapt Marcel BUNKENS | |
Aankomst en installatie StD – Batterij in HELCHTEREN | |
BijComd: Kapt Roger MAGGEN | |
22 mei: | Verhuis van de Basic Load Aie Mun naar het Regionaal Munitiedepot van ZONHOVEN door de 261 Cie Mun. |
26 mei: | Aankomst van de achterwacht in HELCHTEREN |
02 juni: | Officiële mutatiedatum voor alle personeel. |
06 juni: | Eerste parade van het verzameld 2A in HELCHTEREN. |

De ganse operatie zal ruim drie maanden duren. Behalve de eigen middelen worden 2 extra treinen met 24 gesloten wagons en een tiental vrachtwagens van de 10de Cie Tpt ingezet.
De verhuis van de families begint reeds in januari 1986 ( familie ROOZE) en op 4 september 1986 vertrekt de laatste familie ( familie VAN LOO) uit LÜDENSCHEID. Dank zij eigen prospectie en met de hulp van privé-initiatief heeft elke familie een woning kunnen vinden in België, al dan niet in de buurt van de kazerne. Daarbij zijn slechts enkele CDSCA-woningen kunnen betrokken worden en van de beloofde nieuwbouw is nooit iets terecht gekomen.
Deze gigantische operatie werd uitgevoerd zonder één enkel ongeval en met slechts één enkele panne, binnen de gestelde termijnen. De coördinatie door de “ VERHUISSTAF” mag dan ook als voorbeeldig bestempeld worden. Door de aanwezigheid van een verbindingsman van 2A ( AdjtChef Louis VRANCKX – AS4) aan de grens verloopt de afwikkeling er vlot en zonder problemen. Alleen de overbrenging van de rupsvoertuigen van de A – Batterij verloopt niet zoals gepland. Wegens een dagenlange staking bij de NMBS rijden er geen treinen en de Staf van de 1ste PsInfBde beslist haar ruspvoertuigen naar huis te halen langs de baan. Behalve de M109A2 van 2A zijn dat ook alle rupsvoertuigen van de Brigade die in het kamp van VOGELSANG waren. Op enkele gesneuvelde boordstenen na, verloopt ook deze operatie vlekkeloos.
Vermeldenswaard is ook de inspanning die geleverd wordt door de plaatselijke afdeling van 4KDR in HELCHTEREN. In een mum van tijd worden een nieuwe munitieopslagplaats bijgebouwd; een opwarmkeuken en een mess voor onderofficieren ingericht en een aantal lokalen omgebouwd tot een bar voor de vrijwilligers.
De ruime informatiecampagne, die vanaf het begin van de verhuizing gevoerd werd, werpt ook zijn vruchten af. Elk actief personeelslid bekomt een degelijke brochure, opgesteld door de dienst SCV, waarin alle informatie over het leven in België en de te vervullen formaliteiten vermeld zijn. Hierdoor verloopt de aanpassing redelijk vlot en komt niemand voor grote verrassingen te staan. ( In het kader van de grote verhuizing bij REFORBEL 1992 zal het 1(BE) Corps dit initiatief overnemen. – NVDR)
Het is dan ook met een zichtbaar genoegen dat LtKol SBH Joris UYTERHOEVEN op 6 juni 1986 zijn bataljon terug verzameld ziet in HELCHTEREN en hen feliciteert voor de geleverde inspanningen. Hij wenst ook alle nieuwelingen een vlotte integratie in 2A toe en vooral veel genoegen in hun nieuwe werkkring.
Na veertig verblijf bij de BSD is 2A terug in BELGIE!

Het lijkt ons gepast op deze plaats even wat achtergrondinformatie te geven over de situatie van de veldartillerie in het algemeen en van 2A in het bijzonder bij de beslissing om te verhuizen.
Bij het in gebruik nemen van de houwitser 105mm M108 in 1964 worden enkel de VA-bataljons van de Brigades uitgerust met dit nieuwe wapen. De eenheden van de divisie –artillerie kregen de houwitser 155mm M109 toebedeeld. Van dan af zijn de artilleriebataljons NIET meer gelijkwaardig, zowel wat organisatie als vuurkracht betreft. Dit gegeven heeft uiteraard invloed op hun affectatie, maar die gebeurt niet altijd even logisch. Zo bevindt zich te SOEST bij de eenheden van de 4de PANTSERINFANTERIEBRIGADE ook het 6A (M109). De opdracht van artilleriebataljon Brigade wordt evenwel uitgevoerd door 18RA (M108) dat sinds 1969 in … BRASSCHAAT is gelegerd!
Aan deze toestand wordt enigszins verholpen als 2A de verhuis van de 1ste PANTSERINFANTERIEBRIGADE naar LEOPOLDSBURG niet volgt en wat dichter bij SOEST schuift, in LÜDENSCHEID. Het ruilt zijn opdracht met 18RA! Als in 1977 de 7de PANTSERINFANTERIEBRIGADE naar MARCHE-en-FAMENNE verhuist, wordt de toestand er niet beter op. 1Div heeft nu immers een deel van zijn artillerie in België, een ander deel zit nog in Duitsland.
Door de modernisering van de VA zijn vanaf 1985 alle veldartilleriebataljons opnieuw gelijkwaardig; zij hebben dezelfde organisatie en hetzelfde materieel. STAF/LM voert nu, zonder veel financiële en sociale problemen, een herverdeling van de opdrachten en van de inplanting door, die ons als meer logisch overkomt:
– 1A in BASTOGNE VA-bataljon 7PsInf Bde ( MARCHE)
– 2A in HELCHTEREN VA-bataljon 1PsInf Bde (LEOPOLDSBURG)
– 6A in SOEST VA-bataljon 4PsInf Bde ( SOEST)
– 19Ach in SIEGEN VA-bataljon 17 PsBde (SIEGEN)
De eenheden van de divisie-artillerie bevinden zich in:
-17RA in ALTENRATH voor 16 Div (BSD)
-18RA in BRASSCHAAT voor 1 Div ( BELGIE)
Bij de Corpsartillerie zijn er geen wijzigingen; 3A (LANCE) blijft in SPICH en 20A (M110) blijft in WERL. Vermits nu alle artilleriebataljons nucleaire capaciteiten hebben, verdwijnen de zogenaamde “ NUCLEAIRE PELOTONS” en wordt het 73A – BATTERIJ SPECIALE MUNITIE – opgericht in SOEST.
Er zijn zeker nog andere overwegingen die een rol hebben gespeeld om 2A aan te duiden voor de verhuizing naar HELCHTEREN. Van Duitse zijde werd immers al enkele jaren aangedrongen om het kwartier HELLERSEN in LÜDENSCHEID te ontruimen. Deze kazerne leunt aan tegen het regionale ziekenhuis en belemmert de expansie ervan. Door het vertrek van 2A komt in het kwartier IJZER ruimte vrij om, zonder veel kosten, de Logistiekers onder te brengen. Ook de geplande uitbreiding van het Voorwaartse Voertuigenpark; de omschakeling van 2JP op LEOPARD-tank; de beperkte trainingsmogelijkheden op STILLEKING en het plaatsgebrek in de kazerne IJZER wel een rol hebben gespeeld. Daarenboven zouden in HELCHTEREN de kwartierlasten voor een tot compagnie gereduceerd 8Li onhoudbaar zijn geworden. Al deze bedenkingen samen verrechtvaardigen – ons inziens – de aanduiding van 2A om te verhuizen. Op de compagnies Gevechtsgenie na zijn nu alle eenheden van de 1Div gelegerd in België.
1986: TERUG IN BELGIE
Veel tijd om op adem te komen krijgen de artilleristen van 2A niet…Na de afscheidsplechtigheden in LÜDENSCHEID op 2 mei 1986 en in SOEST op 6 mei 1986, wordt het bataljon officieel ontvangen in de schoot van de 1ste PANTSERINFANTERIEBRIGADE in LEOPOLDSBURG op 16 juni 1986.
2A is nu terug bij de brigade waartoe het sedert zijn aankomst bij de BSD in 1946 tot in 1972 onafgebroken heeft behoord. Behalve de compagnie Gevechtsgenie (68 Gn) zijn nu alle eenheden van de Brigade verenigd in de streek van LEOPOLDSBURG – HELCHTEREN.
Op 21 juli 1986 stapt de A – Batterij reeds mee op in het defilé van de troepen te voet in BRUSSEL, ter gelegenheid van de Nationale Feestdag. De B – Batterij dendert met haar stukken voorbij de Koning en de talrijke toeschouwers.
De Regimentsfeesten viert 2A op vrijdag 29 augustus 1986. Het is pas de tweede maal dat deze feesten in België doorgaan; de eerste keer was in 1968 te LIER. Met de bedoeling de nieuwe bewoners van het kwartier HELCHTEREN aan de bevolking voor te stellen, worden de kazernepoorten wijd open gezet en is er ook een statische tentoonstelling van het militair materieel. 2A zet daarmee de tradities voort die reeds enkele jaren terug in LÜDENSCHEID werden ingevoerd. Talrijke familieleden van de miliciens ( waarvan velen uit de nabije omgeving komen ) en vele oud – gedienden komen nieuwsgierig een kijkje nemen en zorgen ervoor dat de organisatoren enigszins overrompeld worden. Maar het contact met de Natie is op een schitterende wijze hersteld….

Reeds aan het einde van vorig hoofdstuk schreven wij dat 2A – opgericht op 26 februari 1836 – in 1986 zijn 150-jarig bestaan viert en waar zou dat beter kunnen dan in de peterstad LIER. Op zondag 31 augustus 1986, in de namiddag, treden de pelotons en de Standaard van 2A aan op de Grote Markt in LIER. LtGen DEPOORTER, commandant van het 1(BE)Corps en OBBSD zit de plechtigheid voor. Naast toespraken door de korpscommandant en de burgemeester van LIER, senator Maurits VAN HOUTTE, worden geschenken uitgewisseld. 2A krijgt zelfs een nieuwe mascotte, een rasechte bruine geitenbok, die als MODEST VIII door het leven zal gaan. Omdat zijn voorganger, om dierengeneeskundige reden, zijn eenheid niet kon volgen naar Belgie had 2A op dat ogenblik geen mascotte meer. Een bijzondere attractie op de plechtigheid is de aankomst van de estafetteploeg van 2A en van de atletiekvereniging TOEKOMST (AVT), die het traject LIER – HELCHTEREN die dag al lopend hebben afgelegd. Met een defilé door de stad; een bloemenhulde aan het monument van 2A in de kazerne DUNGELHOEFF; een receptie in de feestzaal aldaar en een rijkelijk koud buffet wordt dit heuglijke feest besloten.
De Commandant van het 1 (BE) Corps en OBBSD, Lt Gen DEPOORTER, zal trouwens na het weekeinde, op maandag 1 september 1986, een bezoek brengen aan 2A in zijn nieuwe installaties.
Ondertussen wordt volop werk gemaakt van de integratie. Dat betekent niet enkel wennen aan het leven in België, maar ook contacten leggen met gemeentelijke, provinciale en andere overheden. Het betekent vooral ook heraanknopen met het sociaal engagement dat 2A steeds getoond heeft. Reeds kort na de aankomst in HELCHTEREN aanvaardt 2A het peterschap over het dag- en onthaalcentrum voor volwassen mentaal – gehandicapten “ ’T WEYERKE” uit HEUSDEN – ZOLDER. In 1984 had 8Li deze instelling onder zijn hoede genomen, maar door de hervormingen en de verhuis naar LEOPOLDSBURG, was deze eenheid niet meer in staat zich nog volop te engageren. 2A neemt, geheel in de lijn van zijn sociaal engagement, deze taak nu over. ( Zie hierover bijlage K – NVDR)
Integreren betekent ook – zeker voor een eenheid in België – deelnemen aan allerlei opdrachten in het kader van de hulp aan de Natie. Zo zijn er ondermeer:
- de bewakingsopdrachten aan de kerncentrale van DOEL;
- de bewakingsopdrachten aan het atoomcentrum in MOL;
- de beveiligingspatrouilles op de vlieghaven van ZAVENTEM;
- het beveiligingspeloton bij eventuele vliegtuigongevallen;
- de erewacht aan de Koninklijke Paleizen in BRUSSEL en LAKEN;
In het kader van “REFORGER- oefeningen” van de NAVO en de “ HOST NATION SUPPORT” komen daar nog bewakingsopdrachten bij in de haven van ANTWERPEN. En dan is er ook nog de deelneming van detachementen van 2A aan vaderlandse plechtigheden tijdens de herdenking van de Wapenstilstand of de aanwezigheid van elementen van 2A op de “ DAG VAN DE LANDMACHT” of op sommige jaarbeurzen. 2A zal ook gastheer zijn van scholen en bezoekersgroepen in het eigen kwartier. Tijdens de vakantiemaanden wordt zelfs een deel van het terrein ter beschikking gesteld van jeugdgroepen voor hun zomerkampen. Al deze activiteiten komen boven op de trainingen en oefeningen; zij zijn soms wel belastend, maar zijn anderzijds een welkome afwisseling in het dagelijkse leven van het bataljon.
Ofschoon het bataljon zelf geen oefeningen op zijn programma heeft in 1986, neemt de A – Batterij toch deel aan de FTX “ CROSSED SWORDS” van 8 tot 20 september 1986, in de schoot van haar Waalse collega’s van 1A.
Op de technische inspectie “CORLOG” van 5 november 1986 haalt het bataljon een zeer goed resultaat.
Het gedenkwaardige jaar 1986 is voorbij: 2A is weer “ thuis” en klaar voor nieuwe opdrachten. In de volgende jaren zullen internationale en nationale gebeurtenissen een belangrijke rol gaan spelen in de geschiedenis van het bataljon!
